Het Ministerie van Justitie van de VS komt in het uitleveringsproces van Julian Assange met nieuwe aanklachten. Tot nu toe ging het om computervredebreuk. Nu wordt de aanklacht dat Assange en Wikileaks welbewust hackers van LulzSec en Anonymus inhuurden om geclassificeerde informatie te achterhalen. Daarmee wordt volgens een persbericht van het ministerie 'de reikwijdte van de samenzwering rond vermeende computerinbraken waarmee Assange eerder werd beschuldigd, vergroot'. Een dergelijke
'conspiratiethese' is een gevaar voor de persvrijheid omdat
op deze wijze journalisten die langs minder gebruikelijke wegen proberen
overheidsinformatie te achterhalen met dit argument vervolgd kunnen
worden.
De bron van de informatie waarop de nieuwe aanklacht is gebaseerd zou een voormalige hacker zijn die na zijn arrestatie in dienst is getreden van de FBI. Het is onduidelijk waarom zijn informatie niet in de eerdere aanklachten is opgenomen. Wel is nu bekend geworden dat de Amerikaanse Justitie geprobeerd heeft een andere hacker, Jeremy Hammond, net als Chelsea Manning via de Grand Jury te laten getuigen tegen Assange. Hij heeft dat ook geweigerd. Hammond heeft tien jaar gevangenisstraf gekregen voor het leveren van informatie aan Wikileaks uit databases van het particuliere inlichtingenbedrijf Stratfor. Volgens Wikileaks levert Stratfor vertrouwelijke inlichtingendiensten aan grote bedrijven, zoals Bhopal's Dow Chemical Co., Lockheed Martin, Northrop Grumman, Raytheon en overheidsinstanties, waaronder het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Veiligheid, de US Marines en de US Defense Intelligence Agency.
De aanklager blijft volhouden dat Assange Manning heeft geholpen om toegang te krijgen tot een database van het Amerikaanse leger met geclassificeerde informatie. In een eerdere zitting van het uitleveringsproces dit voorjaar hebben de advocaten van Assange deze beschuldiging al weerlegd.