maandag 15 februari 2021

Biden houdt vast aan uitlevering Assange


De nieuwe Amerikaanse president Joe Biden neemt op allerlei punten afstand van zijn voorganger. Maar niet in de zaak-Assange. De VS zijn in beroep gegaan tegen de beslissing van de Britse rechter Vanessa Baraitser die op 4 januari oordeelde dat Assange niet uitgeleverd mag worden vanwege zijn mentale toestand. Amnesty International, Reporters without Borders en vele andere organisaties voor persvrijheid en mensenrechten verzochten president Biden tevergeefs de zaak te laten rusten. 

Assange wordt in de VS verdacht van spionage en medeplichtigheid aan de verspreiding van duizenden geheime militaire documenten in 2009, waaronder die over de wandaden van het Amerikaanse leger in Afghanistan en Irak. Hij kan hiervoor 175 jaar celstraf krijgen in de Verenigde Staten. 

James Risen herinnert er in The Intercept aan dat ten tijde van de publicaties van Wikileaks waarvoor Assange nu aangeklaagd wordt zowel de Democraten als de Republikeinen zich tegen de klokkenluiderssite hebben gekeerd. Onder Obama kwam de beschuldiging van spionage in beeld. Obama zette niet door uit vrees hiermee ook de main stream media te treffen die de onthullingen van Wikileaks over de oorlog in Irak naar buiten hadden gebracht. 

Assange werd vervolgens een speelbal in de strijd tussen Democraten en Republikeinen. Trump juichte de openbaarmaking door Wikileaks toe van gelekte email-berichten van het kantoor van de Democratische Partij en van zijn toenmalige tegenstander bij de presidentsverkiezingen Hillary Clinton. Maar zijn eigen Ministerie van Justitie zette later in op de uitlevering van Assange op grond van zowel computervredebreuk als overtreding van de spionagewet. Trump weigerde aan het eind van zijn zittingsperiode Assange van vervolging te ontslaan.