Het proces tegen de voormalige legeradvocaat en klokkenluider David McBride is gepland voor komend voorjaar. McBride legde met zijn informatie aan journalisten van de Australische nieuwszender ABC de basis voor de “The Afghan Files”, onthullingen over misdragingen van Australische militairen in Afghanistan. Deze onthullingen waren eerder dit jaar aanleiding voor een grootscheepse inval door de politie bij de Australische omroep waarbij meer dan 9000 documenten zijn onderzocht.
McBride wordt beschuldigd van het lekken van staatsgeheimen, maar een duidelijke bewijsvoering is er volgens hem nog niet. McBride ontkent niet dat hij de geheime documenten gelekt heeft. Hij zag het als zijn plicht om onwettig gedrag van de overheid te rapporteren. De dreiging van gevangenisstraf maakt geen indruk op de militaire klokkenluider: “They’ve threatened me all along with going to jail. If I was afraid of going to jail, why would I have been a soldier?”
De Afghan Files bestaan uit documenten uit de afgelopen tien jaar over het optreden van Australische troepen in Afghanistan. Onderzoek leidde tot grote zorgen bij het Australische ministerie van Defensie, zo blijkt uit diverse rapporten. Die melden onder andere het doden van een man en zijn slapende kind, van een gevangene en van verschillende mensen, zowel volwassenen als kinderen, die duidelijk niet betrokken waren bij gevechtshandelingen. Sommige van die incidenten hebben indertijd wel de pers bereikt, maar Defensie gaf nooit volledige openbaarheid. Ook worden confrontaties tussen commandanten en onderzoekers gemeld. Uit de stukken wordt wel duidelijk dat men behoorlijk in de maag zat met het optreden van de soldaten, maar in veel gevallen zijn acties uitgebleven. Een rapport uit 2014 meldt dat de problemen voortkomen uit de organisatiecultuur, een “warrior culture” waarbij officieren een oogje dichtknijpen voor ongeoorloofd gedrag.
McBride (55) loopt het risico de rest van zijn leven in de gevangenis te moeten doorbrengen. Hij ziet echter nog wel kansen om daaraan te ontsnappen. Hij voert als advocaat zijn eigen verdediging en zegt nog wel een paar truucjes achter de hand te hebben. Voor Defensie is het proces trouwens ook een risico. Veel informatie zal openbaar worden die men liever in de doofpot had willen stoppen.
zaterdag 31 augustus 2019
zaterdag 10 augustus 2019
Chelsea Manning nog steeds vast - boete loopt al in de tienduizenden dollars
Klokkenluider Chelsea Manning zit inmiddels al weer meer dan
150 dagen in de cel omdat een Grand Jury
haar wil dwingen vragen te beantwoorden over haar contacten in 2010 met
WikiLeaks. Behalve haar hechtenis (sinds begin maart dit jaar) tot ze wil meewerken
heeft de jury haar sinds 16 mei een boete opgelegd van 500 dollar per dag, die
vanaf 16 augustus jl. verhoogd is tot 1.000 dollar per dag. Als deze sancties
doorgaan kan de boete oplopen tot 441.000 dollar.
De zelden ingezette procedure met een Grand Jury lijkt er met name op gericht om Manning te ondervragen over
hulp die zij zou hebben gekregen van Julian Assange bij (waarschijnlijk mislukte)
pogingen om het wachtwoord van een medewerker van het Pentagon te kraken.
Manning, die via WikiLeaks oorlogsmisdaden van de Amerikanen in Afghanistan en
Irak aan het licht bracht, heeft bij haar berechting verantwoording voor haar
daden afgelegd en werd veroordeeld tot 35 jaar gevangenisstraf. President Obama
schold bij zijn vertrek uit het Witte Huis haar resterende straf kwijt. Manning
heeft nu geweigerd vragen in een Grand Jury-procedure te beantwoorden, omdat de
zittingen niet openbaar zijn en omdat zij alle vragen over haar daden al heeft
beantwoord tijdens haar proces. Daarbij is bovendien niet vast komen te staan
dat zij contact met Assange heeft gehad. Het is dan ook alleen al vanuit dit
oogpunt een klaarblijkelijke poging van justitie in de VS om haar alsnog te
belasten en daarmee de zaak tegen Assange (zie bericht hieronder) te onderbouwen.
Rechter weigert
herziening
In een soort kort geding-procedure die Mannings advocaten
hebben aangespannen heeft een federale rechter deze week beslist dat er geen
reden is om de opgelegde hechtenis en boete te herzien. Rechter Anthony Trenga
wees ook het verzoek om een hoorzitting over de proportionaliteit van de gijzeling
van Manning af. Als onderbouwing van zijn beslissing stelde hij, dat Manning de
mogelijkheid heeft om de boete te schikken en dat zij die optie ook nog heeft na haar
vrijlating. “Therefore, the
imposed fines of $500 per day after 30 days and $1,000 per day after 60 days is
not so excessive as to relieve her of those sanctions or to constitute
punishment rather than a coercive measure.” Zo erg is het allemaal
niet, luidt samengevat zijn argument. Dit ondanks de schets van haar
persoonlijke situatie tijdens de zitting van het kort geding, waarbij werd
aangegeven dat zij geen spaargeld heeft, dat eventuele inkomsten door de
hechtenis onmogelijk zijn gemaakt en dat zij haar persoonlijke bezittingen
heeft moeten overbrengen naar een opslag omdat zij ook de huur van haar
appartement niet meer kan voldoen.
Vonnis van federale rechter in de VS opsteker voor Julian Assange
De uitspraak op 30 juli jl. van een federale rechter in de
VS in de zaak over de ‘gehackte’ mails van een campagnemanager van Hilary
Clinton lijkt om twee redenen van groot belang voor Julian Assange. Assange zit
in het Verenigd Koninkrijk een straf uit van vijftig weken omdat hij de
voorwaarden voor zijn borgtocht had geschonden door toevlucht te zoeken in de
ambassade van Ecuador in Londen en zich zo aan de Britse justitie te onttrekken.
Na zijn arrestatie in april dit jaar diende de Amerikaanse justitie een
uitleveringsverzoek in bij de Britten. De VS willen Assange vervolgen voor de
publicatie via WikiLeaks van talrijke 'staatsgeheime' documenten en voor
samenzwering tegen de staat, een berucht element uit de anti-spionagewetgeving
in de VS op basis waarvan indertijd bijvoorbeeld ook Daniel Ellsberg, onthuller
van de Pentagon Papers over de oorlog in Vietnam, werd aangeklaagd. Sinds diens
vervolging mislukte, leek het pleidooi van Ellbergs verdedigers dat de
grondwettelijk gegarandeerde persvrijheid van hoger belang kan zijn dan het
publiceren van staatsgeheimen vrij algemeen aanvaard en werden aanklachten op
basis van de Espionage Act uit 1917 nog
maar zelden gebruikt. Tot aan de berechting van klokkenluider Bradley Manning,
die in 2013 ook daadwerkelijk werd veroordeeld op basis van deze wetgeving, zij
het niet voor hulp aan de vijand en niet voor het publiceren van
staatsgeheimen. Desondanks haalt justitie in de VS dit artikel nu toch weer van
stal om Assange uitgeleverd te krijgen.
'Russische hack' onbewezen
Het vonnis van 30 juli is geveld in de rechtszaak die de
Democratische Partij in de VS (het Democratic National Congress, DNC) aanspande
tegen WikiLeaks ‘en andere partijen’. Volgens de aanklacht van DNC zou
WikiLeaks, dat op een cruciaal moment in de verkiezingsstrijd tussen Trump en
Clinton een omvangrijke mailcorrespondentie van de campagneleider van de
Democraten publiceerde, de bewuste correspondentie toegespeeld hebben gekregen
van een Russische inlichtingendienst. Rechter John G. Koeltl stelt in zijn
opzienbarende vonnis echter, dat de DNC voor deze bewering geen enkel
steekhoudend bewijs heeft aangeleverd. Oftewel: dit onderdeel van ‘Russiagate’
– de betrokkenheid van Poetin c.s. bij het beïnvloeden van de verkiezingen in
de VS – berust vooralsnog louter op onbewezen aantijgingen. Zelfs van het
hacken van servers van de DNC is niets gebleken. Ergo: het is ook mogelijk dat
er van binnenuit is gelekt bij de Democraten.
Rechter beschouwt
WikiLeaks als nieuwsorganisatie
Van verstrekkender belang lijkt nog, dat de federale rechter
in zijn vonnis tevens stelt, dat WikiLeaks alleszins vergelijkbaar is met
andere media die nieuws verspreiden: “If
WikiLeaks could be held liable for publishing documents concerning the DNC’s
political financial and voter-engagement strategies simply because the DNC
labels them ‘secret’ and trade secrets, then so could any newspaper or other
media outlet. (-) The First Amendment prevents such liability
in the same way it would preclude liability for press outlets that publish
materials of public interest despite defects in the way the materials were
obtained so long as the disseminator did not participate in any wrongdoing in
obtaining the materials in the first place.” (The First Amendment is
het eerste artikel van de Amerikaanse grondwet, waarin de basisvrijheden staan
omschreven, waaronder die van de persvrijheid.) De rechter voegt hieraan nog
uitdrukkelijk toe, dat het niet verboden is om gestolen documenten te
publiceren, zolang althans het publicatiemedium niet zelf betrokken is geweest
bij de diefstal: “A person is entitled to publish stolen documents that the
publisher requested from a source so long as the publisher did not participate
in the theft.”
Abonneren op:
Posts (Atom)