De uitspraak op 30 juli jl. van een federale rechter in de
VS in de zaak over de ‘gehackte’ mails van een campagnemanager van Hilary
Clinton lijkt om twee redenen van groot belang voor Julian Assange. Assange zit
in het Verenigd Koninkrijk een straf uit van vijftig weken omdat hij de
voorwaarden voor zijn borgtocht had geschonden door toevlucht te zoeken in de
ambassade van Ecuador in Londen en zich zo aan de Britse justitie te onttrekken.
Na zijn arrestatie in april dit jaar diende de Amerikaanse justitie een
uitleveringsverzoek in bij de Britten. De VS willen Assange vervolgen voor de
publicatie via WikiLeaks van talrijke 'staatsgeheime' documenten en voor
samenzwering tegen de staat, een berucht element uit de anti-spionagewetgeving
in de VS op basis waarvan indertijd bijvoorbeeld ook Daniel Ellsberg, onthuller
van de Pentagon Papers over de oorlog in Vietnam, werd aangeklaagd. Sinds diens
vervolging mislukte, leek het pleidooi van Ellbergs verdedigers dat de
grondwettelijk gegarandeerde persvrijheid van hoger belang kan zijn dan het
publiceren van staatsgeheimen vrij algemeen aanvaard en werden aanklachten op
basis van de Espionage Act uit 1917 nog
maar zelden gebruikt. Tot aan de berechting van klokkenluider Bradley Manning,
die in 2013 ook daadwerkelijk werd veroordeeld op basis van deze wetgeving, zij
het niet voor hulp aan de vijand en niet voor het publiceren van
staatsgeheimen. Desondanks haalt justitie in de VS dit artikel nu toch weer van
stal om Assange uitgeleverd te krijgen.
'Russische hack' onbewezen
Het vonnis van 30 juli is geveld in de rechtszaak die de
Democratische Partij in de VS (het Democratic National Congress, DNC) aanspande
tegen WikiLeaks ‘en andere partijen’. Volgens de aanklacht van DNC zou
WikiLeaks, dat op een cruciaal moment in de verkiezingsstrijd tussen Trump en
Clinton een omvangrijke mailcorrespondentie van de campagneleider van de
Democraten publiceerde, de bewuste correspondentie toegespeeld hebben gekregen
van een Russische inlichtingendienst. Rechter John G. Koeltl stelt in zijn
opzienbarende vonnis echter, dat de DNC voor deze bewering geen enkel
steekhoudend bewijs heeft aangeleverd. Oftewel: dit onderdeel van ‘Russiagate’
– de betrokkenheid van Poetin c.s. bij het beïnvloeden van de verkiezingen in
de VS – berust vooralsnog louter op onbewezen aantijgingen. Zelfs van het
hacken van servers van de DNC is niets gebleken. Ergo: het is ook mogelijk dat
er van binnenuit is gelekt bij de Democraten.
Rechter beschouwt
WikiLeaks als nieuwsorganisatie
Van verstrekkender belang lijkt nog, dat de federale rechter
in zijn vonnis tevens stelt, dat WikiLeaks alleszins vergelijkbaar is met
andere media die nieuws verspreiden: “If
WikiLeaks could be held liable for publishing documents concerning the DNC’s
political financial and voter-engagement strategies simply because the DNC
labels them ‘secret’ and trade secrets, then so could any newspaper or other
media outlet. (-) The First Amendment prevents such liability
in the same way it would preclude liability for press outlets that publish
materials of public interest despite defects in the way the materials were
obtained so long as the disseminator did not participate in any wrongdoing in
obtaining the materials in the first place.” (The First Amendment is
het eerste artikel van de Amerikaanse grondwet, waarin de basisvrijheden staan
omschreven, waaronder die van de persvrijheid.) De rechter voegt hieraan nog
uitdrukkelijk toe, dat het niet verboden is om gestolen documenten te
publiceren, zolang althans het publicatiemedium niet zelf betrokken is geweest
bij de diefstal: “A person is entitled to publish stolen documents that the
publisher requested from a source so long as the publisher did not participate
in the theft.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten